Frankrijk heeft het zwaar in de race om de waterstofeconomie

Frankrijk dreigt een achterstand op te lopen die het concurrentievermogen van zijn waterstofindustrie en -economie bedreigt.
Het begon allemaal zo goed. In september 2020 reserveerde het land via de nationale waterstofstrategie 7,2 miljard euro aan overheidsfinanciering voor de sector. Een jaar later voegde het plan 'France 2030' daar nog eens 1,9 miljard euro aan toe, bestemd voor het koolstofvrij maken van de industrie en het zware vervoer, en voor het opbouwen van een elektrolysesector - een essentiële bouwsteen voor de lokale productie van koolstofarme waterstof. Daarna gebeurde er niet veel meer. Begrotingen worden met moeite vrijgegeven. 

Beeld: ©IA Paris
Projecten gefinancierd uit het France Relance programma

Politieke impasse

De recente vacature voor de Franse premier ministre is niet de enige verklaring. Frankrijk aarzelt, budgetten worden stukje bij beetje vrijgegeven en uitvoeringsbesluiten komen traag op gang. 

Vertraging = dreiging voor bedrijven
Voor bedrijven in de sector wordt deze vertraging een groot probleem. “Het wordt tijd dat politici de daad bij het woord voegen”, zegt Philippe Boucly, voorzitter van France Hydrogène, de brancheorganisatie voor waterstof. "Vooral omdat onze buurlanden met beide voeten op het gaspedaal staan. De Duitsers zijn het verst gevorderd op dit gebied. " 

Ambitieuze projecten in Europa
Duitsland heeft zijn investeringsplan laten goedkeuren door de Europese Commissie, dat voorziet in 3 miljard euro staatssteun in de vorm van terugbetaalbare voorschotten ter ondersteuning van de aanleg van een uitgebreid gaspijpleidingennetwerk. Daarnaast wil Spanje met zijn wind- en fotovoltaïsche productiecapaciteit Europees leider worden in de productie van groene waterstof (geproduceerd door elektrolyse met behulp van hernieuwbare elektriciteit).  

De industrie wacht op zekerheid vanuit de overheid 
Als Frankrijk in de race wil blijven, “moet de Franse regering nu haar beloften nakomen”, zegt Philippe Boucly. De inzet is drieledig. We hebben elektrolysers nodig en de fabrieken om ze te produceren (zoals de megafabriek van McPhy in Belfort) en we moeten de vraag naar koolstofarme waterstof ondersteunen, een term die ook kernenergie en hernieuwbare energie omvat.
Om dit ecosysteem op gang te krijgen, “moeten we compensatiesystemen opzetten om de prijskloof tussen grijze waterstof (geproduceerd met aardgas) en schone waterstof te dichten”, verdedigt Philippe Boucly. De sector wacht al meer dan een jaar op een aanbesteding die de basis moet leggen voor deze vergoeding, naar het voorbeeld van wat Nederland en Spanje al hebben gedaan.

Concurrentie van “grijze” waterstof
Bij gebrek aan steun is een van de angsten van de Franse industrie dat haar inspanningen om koolstofarme waterstof te ontwikkelen concurrentie ondervinden van “grijze” waterstof.
Deze methode stoot weliswaar veel CO₂ uit, maar het afvangen van deze laatste zou de sector “groener” maken. Maar omdat grijze waterstof (veel) goedkoper te produceren is dan groene, zou de concurrentie al snel in het voordeel van de eerste kunnen omslaan. Het verschil tussen de twee hangt af van de prijs van elektriciteit en aardgas, deze is afhankelijk van de periode. 

Engie en TotalEnergies investeren in het CO2-vrij maken van hun installaties
Ondanks deze moeilijkheden zijn er kansen voor groene waterstof. Ten eerste om de industrie koolstofvrij te maken door grijs te vervangen door groen, zoals Catherine McGregor, hoofd van Engie, regelmatig uitlegt. Vorig jaar heeft TotalEnergies een aanbesteding uitgeschreven voor 500.000 ton groene waterstof per jaar om acht raffinaderijen koolstofvrij te maken, waaronder vijf in Frankrijk. Fabrikanten zijn niet de enigen die het idee promoten.
De NGO Reclaim Finance, die zichzelf omschrijft als “in dienst van sociale en klimaatrechtvaardigheid”, benadrukt de voordelen van DRI (Direct Reduction Steelmaking), waarbij waterstof cokeskolen vervangt. 
Reclaim Finance schat dat de vraag naar dit type staal in 2050 35% van de markt zal uitmaken. In industrieën met lange doorlooptijden worden dergelijke investeringen nu gedaan. ArcelorMittal heeft al plannen om €1,8 miljard uit te geven, inclusief €850 miljoen aan overheidssteun, om zijn staalfabriek in Duinkerken groener te maken tegen het einde van het decennium. De Zweden hebben al een demonstratiemodel op hun grondgebied. 

Meer flexibiliteit voor het net
“De productie van groene waterstof is ook een manier om het elektriciteitsnet flexibeler te maken”, zegt Michel Gioria, secretaris-generaal van France Renouvelables. Elektrolysers kunnen hun productie moduleren om zich aan te passen aan de schommelende aard van wind- en zonne-energie. Sommige industrieën hebben echter een constante toevoer van waterstof nodig. De modulaire productie moet gepaard gaan met opslagcapaciteit om deze schokken op te vangen.
Storengie, een dochteronderneming van Engie, test al de mogelijkheid om deze molecule op te slaan in zoutgrotten, die tot nu toe werden gebruikt om aardgasreserves op te bouwen.

Pijpleidingennetwerk 
Er zou ook een netwerk van pijpleidingen moeten worden aangelegd, waarvan de helft gebaseerd zou kunnen worden op bestaande gasinfrastructuren, volgens een studie van GRDF en RTE, die respectievelijk de gas- en elektriciteitstransportnetten beheren. “De voordelen voor het elektriciteitssysteem dekken ruimschoots de kosten van de ontwikkeling van een flexibel waterstofsysteem”, aldus de studie. 

Bron:
Le Figaro, 1 oktober 2024