Verplichte meetcampagne PFAS in rookgassen van afvalverbrandingsinstallaties

Op 10 november publiceerde Frankrijk een uitvoerend besluit waarin afvalverbrandings- en afvalmeeverbrandingsinstallaties waar afval wordt verbrand als secundaire brandstof, verplicht worden om tussen medio 2025 en medio 2028 atmosferische emissies te meten en te analyseren. Het doel is om te controleren of PFAS effectief wordt vernietigd tijdens de verbranding en om de kennis over de thermische afbraak van PFAS te vergroten, aldus het Ministerie van Ecologische Transitie tijdens de openbare raadpleging. Deze meetcampagne maakt deel uit van het in april bijgewerkte PFAS-actieplan.

Meetcampagne uitsluitend gericht op afvalverbranding

De meetcampagne geldt alleen voor verbrandingsinstallaties van gevaarlijk afval, ongevaarlijk afval, installaties voor energieproductie uit RDF (Refuse Derived Fuel) en afvalverwerkings- of -terugwinningsactiviteiten in verbrandings- of afvalmeeverbrandingsinstallaties. Een uitzondering geldt voor installaties die biomassa verbranden of afval met een stabiele samenstelling zonder PFAS.

Tijdens de openbare raadpleging pleitten milieuorganisaties voor uitbreiding naar biomassa-installaties. Générations Futures wees op mogelijke PFAS-verontreiniging van planten, terwijl France Nature Environnement stelde dat deze installaties ook houtafval verbranden. Deze verzoeken zijn niet in de definitieve tekst opgenomen.

Elke verplicht gestelde partij moet één meetcampagne uitvoeren. Générations Futures pleitte voor drie campagnes, zoals bij de analyse van afvalwater van IPPC-installaties, om een betrouwbaarder beeld van de atmosferische emissies van verbrandingsovens te krijgen.

Deadlines tussen 2025 en 2028

Het tijdschema voor de meetcampagne is zo opgesteld dat de meetmomenten verspreid kunnen worden, rekening houdend met de beperkte capaciteit van geaccrediteerde laboratoria. De focus ligt eerst op installaties waar PFAS-houdend afval waarschijnlijk wordt verwerkt.

Milieuorganisaties vonden het tijdschema te ruim. Sepanso Aquitaine stelde dat de deadlines “veel te laat” zijn gezien de milieu- en gezondheidsrisico’s. De brancheorganisatie France Chimie pleitte daarentegen voor uitstel, omdat de meetmethode nog nieuw is en snelle invoering tot onbetrouwbare resultaten kan leiden. De organisatie benadrukte het belang van voldoende tijd om vertrouwen in de analysemethoden op te bouwen.

Geen kwantificeringslimieten

Exploitanten moeten een meetcampagne uitvoeren voor 49 PFAS en waterstoffluoride (HF). In het oorspronkelijke ontwerp werden kwantificeringslimieten voorgesteld: 5 ng/Nm³ voor 36 stoffen en 10 ng/Nm³ voor de overige 13. Deze limieten zijn in de definitieve tekst vervangen door een verwijzing naar de kwantificeringslimieten uit de Franse norm XP X 43-126, die betrekking heeft op de meting en analyse van PFAS in emissies van stationaire bronnen. Opmerkelijk is dat deze norm niet beschikbaar lijkt te zijn op de Afnor-website.

Tijdens de raadpleging pleitte France Chimie ervoor om de kwantificeringslimieten niet in het besluit op te nemen. Volgens de brancheorganisatie moeten deze limieten flexibel blijven om effectieve controle en aanpassing aan de nieuwste inzichten mogelijk te maken. Ook vroeg ze om de lijst van 49 stoffen niet vast te leggen, maar dit verzoek werd afgewezen, aangezien de lijst in de bijlage is opgenomen.

Lokale overheden, vertegenwoordigd door Amorce, stelden voor om kwantificeringslimieten te vervangen door "gemeten gemiddelde waarden" en vroegen om de publicatie van de bijlage met de te meten stoffen uit te stellen. Syved, de brancheorganisatie van bedrijven die gevaarlijk afval verwerken, sloot zich hierbij aan en benadrukte dat analysetechnieken zullen verbeteren en kwantificeringslimieten daardoor lager zullen worden.

De 49 PFAS-stoffen die gemeten moeten worden en de gebruikte onderzoeksmeetmethoden zijn gebaseerd op de nieuwste technologieën, met name de Amerikaanse OTM-45-methode voor het meten van PFAS in atmosferische emissies.

Générations Futures pleitte voor het gebruik van de recentere en uitgebreidere methode OTM-50, die ook vluchtige PFAS met ultrakorte ketens meet, die niet in het besluit zijn opgenomen. Amorce wees erop dat de PFAS-familie ongeveer 4.000 moleculen bevat en stelde een scenario voor waarin ook andere stoffen geanalyseerd zouden moeten worden, zoals voorgesteld door het Franse nationale instituut voor industriële omgeving en risico's (Ineris).

Herziening PFAS-wetsvoorstel blijft onbeantwoord

Amorce’s oproep om "zo snel mogelijk" de herziening van het wetsvoorstel, dat gericht is op de bescherming van de bevolking tegen PFAS-risico's en een geleidelijke verbodsplanning van PFAS in consumentengoederen, te hervatten, kreeg geen respons. Dit voorstel, ingediend door parlementslid Nicolas Thierry, werd unaniem aangenomen na eerste lezing door het Parlement. Tijdens de vragensessie op 12 november uitte Thierry zijn teleurstelling over het feit dat de regeringspartijen het voorstel niet opnieuw op de agenda hebben gezet voor definitieve goedkeuring.

Financiering PFAS-actieplan

Op basis van de huidige kennis is het niet mogelijk de kosten van PFAS-verwijdering door gemeenten te schatten, die mogelijk enkele honderden miljoenen euro's kunnen bedragen. Amorce vraagt om een duidelijke toezegging van de staat voor financiering van het PFAS-actieplan, vooral voor behandelings- en saneringsoplossingen door fabrikanten van producten die nog PFAS bevatten, om onterechte prijsstijgingen voor water- en afvalbeheer te voorkomen.

Bron: Actu-Environnement, Localtis, Arrêté