Aanvullende voorwaarden voor milieubonus elektrische voertuigen in Frankrijk
Vanaf januari 2024 zal de milieubonus voor de aankoop van elektrische voertuigen afhankelijk zijn van de milieu-impact van hun productie. Volgens president Macron is Frankrijk "het eerste Europese land" dat hier iets aan gaat doen. In 2022 heeft Frankrijk meer dan 1 miljard euro uitgekeerd voor de milieubonus van 5.000 euro per voertuig.
Voor eind 2023 moeten bij decreet drempels worden vastgesteld voor de uitstoot van broeikasgassen bij de productie van voertuigen (zowel voor batterijen als voor staal) en voor het gebruik van gerecycleerde materialen. "De fabrikanten zullen moeten aantonen dat zij aan deze drempels voldoen om van de milieubonus te kunnen profiteren", aldus het Franse ministerie van economie.
De maatregel moet de productie van "made in France" voertuigen stimuleren, omdat deze in Frankrijk kan profiteren van een koolstofarme energiemix. Hoewel Macron ontkent dat het hier gaat om een vorm van protectionisme, wil hij het geld van de Franse belastingbetaler niet gebruiken om de industrie buiten Europa te stimuleren. "Noch de Amerikanen, noch de Chinezen steunen batterijen die in Europa worden gemaakt. Waarom zouden wij als enige ter wereld onze concurrenten helpen?" vraagt de Franse president zich af. Maar de voorwaarden zullen zorgvuldig moeten worden afgewogen, zodat het niet lijkt alsof ze gericht zijn tegen personenauto’s die in Duitsland worden gemaakt of in Polen worden geassembleerd, waar veel elektriciteit afkomstig is uit kolencentrales.
De Franse regering benadrukt echter dat de maatregel deel uitmaakt van een bredere aanpak. Vanaf de zomer van 2024 zal bij overheidsopdrachten voor de aankoop van groene technologie rekening moeten worden gehouden met milieucriteria. En Frankrijk wil op Europees niveau het voortouw nemen in de strijd voor een algemene etikettering van de koolstofwaarde van consumentenproducten. Maar deze proactieve houding valt mogelijk niet in goede aarde in Brussel, waar Macron tegelijkertijd oproept tot een pauze voor de ontwikkeling van nieuwe Europese milieunormen.
Bron: L’Usine Nouvelle