Plastic Omnium bouwt fabriek voor waterstoftanks in het kader van de IPCEI waterstof
10 van de door Frankrijk ingediende projecten kregen deze zomer groenlicht, goed voor 2,1 miljard euro, naast de private investeringen van 3,2 miljard euro.
Onlangs bracht premier Elisabeth Borne, omringd door vier ministers, Bruno Le Maire, ministèr van economie en financiën, Agnès Pannier-Runacher, minister van Energietransitie, Roland Lescure, gedelegeerd minister van Industrie, en Laurence Boone, staatssecretaris voor Europese zaken, een symbolisch bezoek aan het R&D-centrum Alphatech van Plastic Omnium bij Compiègne in Noord-Frankrijk.
Voor de IPCEI waterstof, het Europese instrument dat lidstaten toestaat om over de staatssteunregels heen te gaan, waren meer dan 100 projecten ingediend bij de Europese Commissie. 41 daarvan hebben goedkeuring verkregen waarvan 10 Franse projecten, goed voor 2,1 miljard euro. Een mooie score.
Nationale waterstofsector
Met waterstof kunnen we massief de CO2-uitstoot van de economie omlaag krijgen, inclusief de meest energieverslindende sectoren zoals de staalindustrie en de zware mobiliteit”, aldus de Franse premier tijdens haar bezoek aan Compiègne.
Waaraan Laurent Favre, algemeen directeur van Plastic Omnium, toevoegde: "Europa kan echte technologische soevereiniteit behalen op het gebied van waterstof.”
Elisabeth Borne onderstreepte dat Frankrijk voornemens is om een sterke nationale waterstof industriesector op te zetten. Waterstof wordt beschouwd als een grote kans voor enerzijds de energietranisite en anderzijds de re-industrialisatie van Frankrijk. Daarom trekt de Franse regering er zoveel middelen voor uit. Tussen 2020 en 2030 heeft het land 9 miljard euro gereserveerd. Deels in het kader van het nationale France 2030 programma en deels in het kader van de IPCEI waterstof.
Waterstof bij Plastic Omnium
“Met de subsidie van 75 miljoen euro die Plastic Omnium heeft gekregen, kunnen we een nieuwe fabriek bouwen voor het maken van waterstoftanks”, aldus Laurent Favre. Het bedrijf was aanvankelijk actief op het gebied van carrosseriedelen, brandstoftanks en uitlaten. Maar met het einde van de thermische auto’s in Europa in zicht, zag de toekomst er dreigend uit.
In het R&D centrum van Plastic Omnium in Venette, bij Compiègne, werken 500 onderzoekers waarvan een honderdtal aan waterstof.
De globale investering in waterstof van dit project bedraagt 160 miljoen euro. Daarmee kan het bedrijf ook bepaalde werknemers, die nu aan benzinereservoirs werken, omscholen. In 2025 hoopt het bedrijf rendabel te zijn met zijn waterstofactiviteiten.
Plastic Omnium telt in Europa al een heel aantal productieplants op het gebied van waterstof. Het maakt tanks in Herentals (België), geïntegreerde waterstofsystemen in Wels (Oostenrijk), en brandstofcellen in Dettingen (Duitsland) in het kader van een JV met ElringKlinger.
Frankrijk gaat dit ecosysteem dus nu aanvullen met de plant in Compiègne.
Geld speelt zeker een rol. De nieuwe fabriek van Plastic Omnium heeft in totaal al 400 miljoen euro in waterstof geïnvesteerd. Zonder de subsidie had Plastic Omnium de fabriek ook gebouwd, maar dankzij de subsidie komt deze in Frankrijk te staan, aldus Laurent Fabre, Algemeen Directeur.
Groene waterstof
Het probleem is dat 96% van de huidige waterstof met gas of steenkool wordt gemaakt, met fossiele brandstoffen dus. Die productie moet CO2-arm worden. Dat is mogelijk via electrolyse, door inzet van elektriciteit. Maar deze elektriciteit moet CO2-arm zijn, nucleair of helemaal duurzaam.
Frankrijk bezit daartoe een aantal duidelijke voordelen. De Franse energiemix is zeer CO2-arm dankzij het grote nucleaire park. Verder heeft een aantal grote Franse bedrijven al zwaar in waterstof geïnvesteerd, waaronder Plastic Omnium maar ook Air Liquide, Michelin, Faurecia of Vinci.
Voorts hebben ook de grote bedrijven Alstom, Arkema, Faurecia of Renault (via zijn JV Hyvia) goedkeuring van de Europese Commissie gekregen. Maar ook is er een groot aantal startups actief op dit gebied, die ook financiering zullen krijgen. Al deze bedrijven vormen samen een ware value chain: ze zijn actief in alle etappes van de waterstof-waardeketen, vanaf de R&D rond toekomstige elektrolysetechnologie zoals bijvoorbeeld Genvia. Rond de huidige technologieën heeft de commissie gekozen voor de projecten van McPhy, Elogen en van het Belgische Cockerill.
Laatste winnaar: Symbio, een JV tussen Michelin en et Faurecia, die brandstofcellen maakt.
Grote Europese afzetmarkt
Een ander voordeel voor Frankrijk zijn de potentiële gebruikers van waterstof. In de mobiliteitssector gaan de OEM’s Stellantis en Renault, maar ook de startup Hopium, waterstofauto’s produceren in Frankrijk. Deze drie bedrijven zijn afnemer van Plastic Omnium voor zijn toekomstige fabriek. Verder bouwt Alstom waterstoftreinen. Airbus werkt aan een vliegtuig op waterstof. In de industrie gaat Arcelor Mittal een demonstratie-opstelling bouwen van een systeem dat staal maakt met waterstof in plaats van waterstof, en Air Liquide tenslotte investeert in Normandië in een groot gebied waar CO2-arme waterstof wordt gemaakt.
Maar de concurrentie is groot. 10 van de 41 projecten waren Frans. Maar de strategieën van de grote bedrijven zijn vaak Europees. Zo voorziet Plastic Omnium om een fabriek voor brandstofcellen in Duitsland te bouwen. Arcelor Mittal en Vinci hebben samen met lokale partners een succesvolle JV in Spanje.
Tanks versterkt met koolstofvezel
Anders dan bij klassieke brandstoftanks moet een waterstoftank een druk van 700 bar kunnen verdragen. Hoe hoger de druk, hoe meer waterstof er in een tank past. En je wilt natuurlijk zoveel mogelijk waterstof meenemen in een voertuig met zo min mogelijk gewicht.
De tanks worden gemaakt door het vlechten van koolstofvezels in een laag van enkele centimeters dik rond een thermoplastische cyclinder. Plastic-activiteiten behoren tot de corebusiness van Plastic Omnium dus op dat gebied heeft het bedrijf ruim voldoende capaciteit.
Tussen nu en 2030 hoopt Plastic Omnium de kosten van de tanks met 30% verlaagd te hebben door het weefproces te verbeteren en de tijd dat de tanks verwarmd worden te verminderen. Zo hoop het bedrijf dat waterstof aantrekkelijker wordt, nu de grondstoffencrisis de batterijenmarkt bedreigt.
“Met waterstof hopen we massief de CO2 in de economie te verlagen, inclusief in sectoren als staalindustrie en zwaar transport” , zo sprak Premier Elisabeth Borne bij haar bezoek aan het R&D centrum in Compiègne.
“Europa kan een echte waterstofsoevereiniteit behalen. Wat veel behoeften in de mobiliteit tegemoet komt waar batterijen geen oplossing bieden”, aldus Laurent favre.
Bron: Usine Nouvelle