Frans “soberheidsplan”: de vervoerssector aan zet

In het kader van de voorbereiding van het Franse “soberheidsplan“ ter vermindering van het energieverbruik, hebben de ministers van energietransitie en transport begin september een ontmoeting gehad met de belangrijkste actoren, beheerders en exploitanten uit de vervoerssector.

De basis van dit plan berust op twee pijlers: anticipatie en overleg en moet leiden tot een vermindering van het energieverbruik in Frankrijk met 10% voor 2024 of eerder. Het is de eerste stap naar een vermindering met 40% in 2050.

Om deze doelstelling te bereiken heeft het ministerie van energietransitie verschillende werkgroepen opgezet, waarbij de hele regering is betrokken: "Voorbeeldfunctie overheid" (29 juni), "Bedrijven en arbeidsorganisatie" (1 juli), "Instellingen die publiek ontvangen en grote supermarktketens" (7 juli), "Huisvesting" (27 juli), "Lokale overheden" (28 juli), " Digitalisering en telecommunicatie" (28 juli) en "Sport" (30 augustus).

De werkgroep “Transport” is in dit kader opgericht en volgt op een brief die eind juli door de ministers van energietransitie en transport is gestuurd en waarin zij de belanghebbenden in de vervoerssector oproepen zich te mobiliseren en operationele voorstellen over dit onderwerp uit te werken. De transportminister benadrukte dat soberheid niet minder transport en minder mobiliteit betekent.

De vergadering werd bijgewoond door vertegenwoordigers van de Franse vereniging van luchthavens, ADP-groep, Air France, de OV-bedrijven Keolis, RATP, SNCF en Transdev, de Franse vereniging van stads- en streekvervoer, Société du Grand Paris, de wegbeheerders Vinci Autoroutes, Sanef en Autoroutes Paris-Rhin-Rhône, de beheerder van de Franse vaarwegen Voies navigables de France en de grote zeehavens. Daarnaast namen ook de koepelorganisatie Transport & Environment en RTE, de beheerder van het Franse elektriciteitsnet aan deze bijeenkomst deel.

Tijdens de bijeenkomst werden verschillende concrete maatregelen genoemd.

Energiebesparing in gebouwen en infrastructuur

Zoals alle organisaties en bedrijven namen de vervoerders hun verantwoordelijkheid. Er werden maatregelen gepresenteerd met betrekking tot verwarming, verlichting en ventilatie:

  • een brede invoering van richtlijnen voor temperatuur in kantoren (airconditioning vanaf 26°C / verwarming niet hoger dan 19°C), met aanpassing van de kleding van het personeel;
  • een vermindering van de verlichting op stations en van lichtreclame. Volgens het Franse milieuagentschap Ademe verbruikt een digitaal reclamebord ongeveer 311 watt per uur;
  • een versnelling van energierenovatieprojecten door de aanstelling van een energieadviseur op elke locatie, de installatie van zonnepanelen, timers en aanwezigheidssensoren.

Maatregelen die specifiek zijn voor de transportsector

Naast de transversale maatregelen met betrekking tot de optimalisering van het beheer van hun wagenpark of het woon-werkverkeer van hun werknemers (carpoolen, autodelen, ontwikkeling van het fietsgebruik), beschikken OV-bedrijven over een krachtige hefboom in het gebruik van hun rollend materieel, waarbij met name wordt gestreefd naar een uitbreiding van de opleiding in milieuvriendelijk rijden. OV-bedrijven kunnen ook fungeren als “informatiedrager” voor reizigers over het effect van hun mobiliteitskeuze op het energieverbruik. Bovendien zijn met het oog op de samenhang van de acties reeds maatregelen getroffen om ervoor te zorgen dat digitale reclameborden worden uitgeschakeld. Deze maatregelen worden versterkt door de bepalingen van artikel 31 van de wet betreffende noodmaatregelen ter bescherming van de koopkracht, dat alle lichtreclame verbiedt indien de elektriciteitsvoorziening in gevaar komt.

Daarnaast zijn er verschillende specifieke maatregelen aangekondigd:

  • Op het gebied van de energie-efficiëntie van installaties en wagenparken, met bijvoorbeeld de lopende vernieuwing van het rollend materieel (metro's, treinen en bussen, om voertuigen aan te schaffen die aanzienlijk zuiniger zijn) of de terugwinning van energie bij het remmen van metro's;
  • De toename van het gebruik van alternatieve energiebronnen voor fossiele brandstoffen, zoals waterstof of batterijen;
  • De vermindering van het energieverbruik tijdens het klaarmaken van voertuigen voor vertrek.

De grote zeehavens en de beheerder van de waterwegen richten hun inspanningen ook op operationele activiteiten:

  • De vermindering van het verbruik van sluizen of baggerschepen, met een snelheidsvermindering en een ontwikkeling van motoren;
  • Voor de Overzeese gebieden: een vermindering van het verbruik van koelcontainers (reefers) en koel- of vrieshuizen, via nieuwe technologieën en toezichtregelingen die leiden tot energiebesparingen.

Ten slotte wordt voor de luchtvaart een aantal specifieke maatregelen genoemd:

  • Een optimaal beheer van het energieverbruik in de terminals;
  • De uitvoering van procedures op de grond en tijdens de vlucht om het kerosineverbruik te beperken;
  • Het gebruik van efficiëntere vliegtuigen, met motoren die minder kerosine verbruiken.

Een totaal overzicht met de voorgenomen maatregelen wordt eind september verwacht.

Bron: Ministère de la transition écologique